SPANJE
RONDREIS ANDALUSIE
25 september 2019
Het mooie Andalusië is het land van de olijven, sinaasappels, sherry, zonnebloemen, flamenco, mooie bergketens, leuke witte bergdorpjes met mooie pleintjes en smalle, met bloemde versierde steegjes. Maar ook de prachtige cultuur die overgebleven is uit het moorse verleden is een reden om Andalusië te bezoeken. We hebben reeds eerder Andalusië bezocht en het smaakte naar meer. Onze eerste halte in Andalusië is Baeza.
Woensdag 25 september
Vandaag halen we onze huurwagen op en vertrekken we voor een rit van 448 km. Eindpunt Baeza.
Ons hotel: TRH Ciudad de Baeza
Nadat we in ons hotel geïnstalleerd zijn, gaan we op verkenning in Baeza. We zoeken de toeristische dienst op zodat we een plannetje van het centrum hebben. Het is overal rustig maar het ziet er heel mooi uit.
Baeza is een prachtige parel in Andalusië! Het kende in de zestiende eeuw een ware bloeiperiode en dat uitte zich onder meer in de bouw van tal van goudgele monumenten. Noem het maar op: kerken, kloosters, paleizen, fonteinen, gedetailleerde huizen, poorten, je vindt het er werkelijk allemaal! Het is dan ook geen verrassing dat het stadje uitgeroepen is tot UNESCO-werelderfgoed.
Hoogtepunten zijn onder andere de kathedraal, Plaza de Santa María en Palacio de Jabalquinto. Baeza maakt bovendien deel uit van twee routes: de route van de Andalusische renaissance en de Ruta de las Nazaríes, die je langs hoogtepunten in de streek leiden. Baeza is gelegen in de provincie Jaén, die bekendstaat om haar olijfolie van uitstekende kwaliteit. Vergeet dus zeker niet een voorraad in te slaan voor je andere oorden opzoekt!
’s Avonds gaan we eten in een gezellig restaurantje : La Barberia. Heel lekker!
Donderdag 26 september
Eerst zetten we ons bezoek aan Baeza verder en daarna nemen we de bus naar Ubeda
Ubeda: Antonio Machado, een beroemd Spaans poëet, stak ooit de loftrompet over het stadje Úbeda in een van zijn gedichten. Om maar te zeggen dat ook het iets grotere Úbeda een bezoek verdient. Het bevindt zich op slechts tien kilometer van Baeza en behoort ook tot het werelderfgoed van UNESCO.
Úbeda en Baeza worden vaak in éénadem genoemd, omdat ze heel erg op elkaar lijken, beiden tot de UNESCO-werelderfgoedlijst behoren en een renaissancestijl uitstralen diezeldzaam is in Spanje. Enkele van de hoogtepunten in Úbeda zijn Iglesia de San Pablo, het oude centrum en Calle Gradas. In Úbeda speelt olijfolie bovendien een prominente rol. Zo kun je in het Centro de Interpretación del Olivar de Úbeda verschillende soorten proeven en ruiken. Zo word je nog een ware kenner van olijfolie!
’s Avonds gaan we eten bij Taberna Casa Andres aan de rand van Baeza. We zitten op het terras met een mooi uitzicht op de olijfbomen in de ondergaande zon. Zalig!
Vrijdag 27 september
Onze eerste halte voor vandaag in Jaen voor een bezoek aan Castillo de Santa Catalina. Dit kasteel ligt bovenop een heuvel en heeft een fantastisch uitzicht.
Na dit bezoek rijden we verder richting Lanjaron. Aangezien we Granada passeren, kunnen we het niet nalaten toch eventjes te stoppen. Er was spijtig genoeg juist een betoging aan de gang zodat het niet aangenaam rijden was in het centrum. Verschillende straten waren afgezet door de politie. Al bij al toch een leuk bezoekje.
Vanuit Granada is het nog 45,3 km rijden naar Lanjaron via A44.
Het dorpje Lanjaron is in heel Spanje gekend omwille van zijn mineraalwater. Dit lekkere en zuivere water zal je bijna tussen alle rekken van de Spaanse winkels en supermarkten terugvinden. Lanjaron in de Alpujarras is ook beroemd omwille van zijn kuuroord. Ouderen komen uit heel het land om één van de vele behandelingen te ondergaan die er worden aangeboden. Dit dorpje is ook de ideale uitvalsbasis om Las Alpujarras te verkennen. Las Alpujarras is een prachtig natuurgebied in Andalusië dat letterlijk en figuurlijk in de schaduw van de Sierra Nevada ligt. Plan je je vakantie Andalusië tijdens het hoogseizoen, dan is het hier dan ook druk. In Las Alpujarras kan je heerlijk wandelen en eindeloos turen naar het onbeschrijflijk mooie landschap. Dit natuurgebied ligt als het ware bezaaid met kleine witte stippen: kleine dorpjes die lijken te kleven tegen de hellingen.
Verblijfplaats voor 2 nachten: Hotel Alcadima.
Dit is een mooi charmant hotel en niet duur. Een aanrader.
Zaterdag 28 september
Vandaag maken we een rondrit door de Alpujarras. Onze eerste halte is Pampaneira.
Pampaneira is een typisch klein dorpje in Las Alpujarras, een bergachtig gebied dat zich uitstrekt over de provincies Almería en Granada. Als je van lange wandelingen houdt dan is het een plek waar je zeker zal kunnen aarden. Bovendien heeft Pampaneira haar prachtig berbers karakter en architectuur nog heel goed behouden wat het dorp zeker het bezoeken waard maakt. Het dorp is daarnaast heel goed gelegen om je naar andere interessante plekken in Las Alpujarras te verplaatsen, zoals Bubión, Capileira en Órgiva en het kuuroord Lanjarón, bekend om het zuivere bronwater. Vergeet zeker ook niet te genieten van de heerlijke lokale gastronomie van Las Alpujarras. Stoofpotjes, amandelsoepen, heerlijke wijnen, hammen en kazen zijn een aantal van de gastronomische hoogtepunten van deze interessante streek.
We rijden verder naar Trevelez en genieten ondertussen van het landschap.
Het dorpje Trevelez bevindt zich aan de voet van de 3483m hoge Mulhacen. De inwoners gaan er prat op dat zij in het hoogste dorp van Spanje wonen, en dat zij over de beste iberische ham beschikken. Over beide zaken valt te discussiëren, maar dat het dorp op 1700m hoogte ligt, en dat hun jamon de Trevélez lekker is, daar valt niet over te twisten. De ham komt eigenlijk uit andere streken, maar de zuivere lucht en de speciale omstandigheden die door de drogerijen waait, maakt er een heel speciale ham van.
Toeristen komen dan ook van ver om een jamon de Trevelez te kopen of een bezoek te brengen aan een hamfabriek. Als je op 5 augustus in de omgeving bent, moet je zeker eens een bezoek brengen aan het dorp. Dan is er het feest van de Virgen de las Nieves. De bedevaart leidt de dapperen dan naar de top van de Mulhacen. Trevelez is dan ook het vertrekpunt voor mensen die de Mulhacen in de Sierra Nevada willen beklimmen.
We rijden terug richting Lanjaron en stoppen nog eventjes in Capileira en Bubion.
Zondag 29 september
We rijden vandaag naar Antequera. Dit is een rit van 146 km via de A44 en A92. We rijden eerst naar Fuente de Piedra. Laguna de Fuente de Piedra is een beschermd natuurreservaat en heeft het grootste zoutmeer van Spanje én heeft de grootste kolonie flamingo’s van Europa! Na een winterseizoen met veel regen kunnen hier wel 20.000 flamingo paren broeden. Behalve flamingo’s vind je hier vele andere trek- en broedvogels en deze zijn makkelijk te observeren vanuit de vogelkijkhut rond het meer. Je ziet er strandplevieren, meerkoeten, lachsternen, kraanvogels, zwaluwen, meeuwen en nog veel meer vogelsoorten. Kortom het is een paradijs voor vogel- en natuurliefhebbers. De lagune (2,5 km breed en 6,5 km lang) is het enige zoutmeer in Spanje dat ook ’s zomers niet helemaal droogvalt. Fuente de Piedra heeft een bezoekerscentrum, er is een wandeltocht van ruim anderhalf uur langs het meer uitgezet en je kunt er ook fietsen huren. Een idee is met de auto rond het meer rijden en door de olijvenboomgaarden naar het meer te wandelen, waar je van diverse hoge uitkijkpuntengoed zicht kan hebben. Mei is de ideale periode maar we willen nu toch ook gaan kijken.
Hotel: Parador de Antequera
Een van de bezienswaardigheden in de buurt is El Torcal de Antequera.
El Torcal is een indrukwekkend natuurpark in Andalucía. Het heeft een unieke kalksteenformatie die 150 miljoen jaar geleden onder de oceaan lag. Het is een buitenaards landschap wegens erosie door water en wind, ook wel een beetje surrealistisch. Het wordt ook wel eens het karstlandschap genoemd.
Ik heb dit lang geleden bezocht en vond het wel mooi. We hadden dit nu ook willen bezoeken maar we zijn verkeerd gereden. Waarschijnlijk een verkeerde afslag genomen. Het zal voor de volgende keer zijn. Antequera zelf is ook wel een bezoekje waard. De stad zelf bestaat uit een wirwar van straatjes met voornamelijk witte gebouwen. Het zorgt ervoor dat Antequera zijn middeleeuwse uitstraling nog niet heeft verloren.
Maandag 30 september
Vandaag staat een wandeling gepland waar we wel naar uitkijken. We hebben dit reeds een tijdje geleden gereserveerd: El caminito del Rey. We hebben de tickets online gekocht: 10 euro pp en 1,55 euro voor de autobus pp. Om 12 uur moeten we er zijn. De afstand van het hotel naar de wandeling is 47,6 km. Om daar te geraken rijd je naar de gemeente Ardales.
je zal onderweg reeds meerdere borden zien richting El Caminito del Rey. Rij naar Parking Acceso NORTE, Caminito del Rey. Parkeer hier je auto. Daarna wandel je naar het restaurant El Kiosko (zo’n 400 meter verder).
Parque Ardales, Pantano El Chorro, s/n,
29550 ArdalesEr zijn 2 toegangen:
Toegang 1: Terwijl je van de parking richting het restaurant El Kiosko loopt zie je na 200 meter op je rechter kant een 300 meter lange donkere tunnel. Dit is de eerste toegang, vanaf hier is het 1,5 km lopen tot aan de entree van El Caminito del Rey. Bij voorkeur ga je deze tunnel niet in en stap je veder tot aan het restaurant El Kiosko.Toegang 2: Deze start bij het restaurant El Kiosko, naast het restaurant start een weg die door het dennenbos loopt, dit is 2,7 km (ongeveer 30 minuten) tot aan de ingang van het koningspad. Nog even naar het toilet of iets eten of drinken? Doe dit in het restaurant.
Bij aankomst dien je naar de zelfbedieningsmachines te gaan, en hier dien je je ticket én de kredietkaart waarmee je de tickets hebt aangeschaft te scannen. Neem dus de bevestiging van je reservering en je kredietkaart mee, en vergeet ook niet je paspoort of identiteitskaart. Wanneer je het ticket boekt dien je voor een tijdslot te kiezen, dus hou hier rekening mee.Je dient 15 minuten voor het opgegeven tijdslot aanwezig te zijn bij de ingang. Op het ticket staat Acceso Norte, wat inhoudt dat je naar de ingang bij Ardales moet zijn. (zie hierboven)
Vergeet geen ticket voor de bus te kopen
Bij de ingang van het pad krijg je een witte helm voor je de wandeling mag starten, verplicht op te houden, om te voorkomen dat je je zou verwonden aan de rotsen. Het pad zelf is zo’n 3,5 kilometer lang. Personen met een oranje helm zijn stewards, die kan je steeds een vraag stellen indien nodig.
Vanaf het einde van het pad dien je nog 2 kilometer naar het treinstation van El Chorro te lopen naar de transferbus om naar Ardales terug te rijden. Deze bussen vertrekken elk half uur en de rit duurt ongeveer 30 minuten.
Ben je vergeten om vooraf een ticket voor de bus te kopen dan is het ook mogelijk om dat hier ter plekke te doen.
Het is mogelijk om het laatste stuk naar Ardales terug te wandelen, maar dit kan alleen op wegen waar ook auto’s rijden, waardoor de weg niet alleen lang is maar ook gevaarlijk.
Het is ook mogelijk om via El Caminito del Rey terug te keren. Je kan dus halverwege omkeren en teruglopen (rekening houden met tegenliggers). In totaal kan je zeker rekenen op een tocht van 3 à 4 uur van begin tot einde.
Het was een fantastische belevenis. Zeker niet lastig of gevaarlijk. Echt de moeite waard.
Na de wandeling wacht ons nog een autorit van 57,8 km naar onze eindbestemming: Riu Nautilus in Torremolinos.
Na een mooie rondreis genieten we hier nog van enkele dagen rust. Het is een mooi hotel en bij het inchecken kregen we een update naar een superior kamer. Zo’n kamer hebben we nog nooit gehad. We zitten niet ver van de jachthaven van Benalmadena. De jachthaven op zich is wel mooi maar de regio is volledig verengelsd en dat vinden we wel jammer.
Voor meer foto’s klik hier