FRANKRIJK
CHAMPAGNE
26 juli 2010
We zijn dit jaar dicht bij huis gebleven. Amper 300 km ver bevindt zich de Champagnestreek. Uitgestrekte en contrastrijke landschappen met bossen, wijngaarden en meren kenmerken deze streek. Imposante kathedralen en kerkschatten sieren steden als Reims en Troyes.
De Champagnestreek maakt deel uit van de ruimere regio Champagne-Ardennes. Hoewel Champagne-Ardennes zich uitstrekt vanaf de Belgisch-Franse grens in Givet tot Langres, zo’n 300 km Zuidwaarts, zijn het vooral de departementen Marne en Aube die worden geassocieerd met de Champagnestreek.
De wijngaarden beslaan 31.000 ha, grotendeels in het departement Marne. Het continentale klimaat is streng. De wijnstokken worden door de kalkhellingen beschut tegen de vochtige wind en rijpen alleen dankzij de krijthoudende ondergrond. Het krijt regelt namelijk de hele water- en warmtehuishouding: het zorgt voor een goede afvoer of laat grondwater juist door om ook de wortels aan het oppervlak te voeden. In het voorjaar warmt de bodem snel op, het krijt slaat warmte op voor ’s nachts en geeft de zonnewarmte door aan de wijnstokken. De minerale bestanddelen geven de wijn aroma en finesse. De beste wijngebieden zijn dan ook die met het hoogste krijtgehalte: de Montagne de Reims, de hellingen op de linkeroever van de Vesle (zijrivier van de Aisne), het Marne-dal en de Côte des Blancs ten zuiden van Epernay tot in Vertus.
Voor de champagne worden maar 3 soorten druiven gebruikt, die uitermate geschikt zijn voor de bodem en het klimaat van de champagne:
- de pinot noir, een blauwe druif met wit sap en compacte trossen die de wijn diepte en karakter geeft, die domineert rond de Montagne de Reims en in de Côte des Bar.
- de pinot meunier, ook een blauwe druif met wit sap, populair om haar fruitigheid en typische souplesse. Komt vooral voor in het Marne-dal.
- de chardonnay, een witte druif die bekendstaat om haar finesse en aroma, geconcentreerd in de Côte des Blancs.
Deze vakantie hebben wij gekozen voor een verblijf in een chambre d’hôtes en wel bij Belgen.
Het is alleszins een sprankelend kortverblijf geworden.
Maandag 26 juli 2010
Lokeren – Fère-en-Tardenois
Onder een dik pak wolken rijden we vandaag naar Reims waar we kort voor de middag aankomen. Ze zijn hier overal aan het werk. Er wordt een nieuwe tramweg aangelegd die pas in 2011 zal afgewerkt zijn. Het is een ramp en we geraken niet direct waar we willen zijn. Als we er aankomen zijn we dan juist te laat om onze eerste kelder ‘Taittinger‘ te bezoeken. Tussen 12u en 14u zijn de meeste kelders gesloten. Dan maar het centrum in. Terug het verkeersinfarct in….
Blikvanger van de stad is ongetwijfeld de Notre Dame, waarin Clovis in 496 werd gedoopt.
Na een felle brand werd de kathedraal in de dertiende eeuw volledig heropgebouwd, geïnspireerd door de kathedralen van Parijs, Soissons en Chartres. Door haar eenheid in stijl, het schitterende beeldhouwwerk en de prominente rol in de Franse geschiedenis wordt de Notre Dame beschouwd als één van de beroemdste christelijke kathedralen en behoort tot de Werelderfgoedlijst.
Aan de buitenkant lijkt de kathedraal één grote beeldenmassa: het zijn er meer dan 2300, maar sommige beelden die tijdens de oorlog of door het weer te veel schade hadden opgelopen, zijn weggehaald en worden in het Palais du Tau tentoongesteld. Ze zijn vervangen door kopieën.
Vanaf de kathedraal is het een kleine stap naar de Place Royale, een breed plein met in het midden een opvallend standbeeld van koning Lodewijk XV. Via deze drukke rotonde en de Rue Bertin komen we terecht op het Place du Forum, in Romeinse tijden het commerciële hart van de stad. Nu is dit een vredig pleintje. Op een van de terrassen installeren we ons maar de bediening laat op zich wachten. We vragen ons af of er niet een pleintje is waar er meer te beleven valt. Op onze plattegrond zien we dit inderdaad: de Place Drouet d’Erlon. Dit langgerekte plein, alleen voor voetgangers toegankelijk, is met zijn vele cafés, restaurants, hotels en bioscopen het uitgangscentrum van Reims. En de bediening is hier gelukkig vlot. Het blijft helaas niet droog maar we zitten onder een grote paraplu.
De ‘grote champagnemerken’ organiseren rondleidingen in hun kelders. Eén van de interessantste is Taittinger. Behalve 250 ha wijngaarden, zes oogstschuren op de Montagne de Reims, bezit de firma Taittinger schitterende wijnkelders. Er zijn 15 miljoen flessen opgeslagen, waarvan de inhoud rustig ligt te rijpen in de koele Gallo-Romeinse gangen en in de crypten van de 13de-eeuwse Abbay Saint-Nicaise, die tijdens de Franse Revolutie is verwoest. Een bezoek is 10 EUR per persoon. De rondleiding gebeurt in het Frans of in het Engels. De rondleiding duurt ongeveer 1 uur en brengt je tot een diepte van 20m aan een temperatuur van 11 graden. Het bezoek wordt afgesloten met een glaasje champagne. Kopen doen we hier niet want de prijzen vanaf 31 EUR zijn ons toch wat te veel. Hoewel ik er niet alles van begrepen heb was het toch wel de moeite.
Na dit bezoek rijden we naar onze B&B. We zijn zeer benieuwd want deze manier van overnachten is voor ons de eerste keer. Een collega had mij dewebsites: http://www.logerenbijbelgen.net en https://www.bestchambresdhotes.com/nl/ doorgestuurd. Via deze websites hebben we gekozen voor ‘Au fou du roy’.
Deze chambre d’hôtes ligt op 50km van Reims en ligt in Fère-en-Tardenois. We worden verwelkomd door de dochter des huizes. Zij toont onze kamer en geeft de nodige uitleg. Bij de reservering hadden we vastgelegd voor de gastentafel. Voor de eerste avond vonden we dit interessant omdat je toch niet weet wat er in de buurt is. Ze vertelt ons dat we om 19:30u verwacht worden voor de aperitief in de veranda.
We zijn echter uitgedroogd en willen in het dorpje nog een terrasje doen. Er zijn echter geen terrasjes te vinden. Enkel een bar tabac wat ons niet aanspreekt. Rechtover onze chambre d’hôtes ligt het kasteel van Fère. We proberen daar ons geluk voor een terrasje. Er is er wel een maar behoort tot het hotel daar.
Onze gastheer Marc had ons gezegd dat we ook bij hun een drankje konden krijgen wat we dan ook doen. Er is een gezellige tuin met terras en zwembad. Helaas is het weer niet uitnodigend voor een duik in het zwembad. Van het terrasje maken we wel gebruik. Het is frisjes maar met een trui aan is het daar zalig vertoeven. Koen met een tripel en ik met een glas witte wijn overlopen we de dag nog eens en plannen we de volgende dag. We zijn tevens benieuwd naar het eten. Na een verfrissende douche begeven we ons om 19:30u naar de veranda. Er zijn nog 4 koppels, o.a. uit Zele, Sint-Katelijne-Waver, Mariakerke en ergens tussen Leuven en Limburg. De mensen van Mariakerke hebben ook een zoontje van 7 jaar. We krijgen als aperitief een glaasje champagne geserveerd en de uitbaters komen er zelf ook bij zitten. Het is heel gezellig. Hetgeen volgt is subliem. Aperitiefhapje, nog meer champagne, voorgerecht, witte wijn, hoofdgerecht, rode wijn, kaas, rode wijn, dessert en als afsluiter koffie. En zeer lekker. Vanaf de kaas komen ook Marc en Goedele er terug bij zitten. Het is een leuke groep en als we om half 12 in ons bed duiken zijn we moe maar voldaan. De avond overtrof onze verwachtingen en ook voor de volgende avond willen we de gastentafel.
Dinsdag 27 juli 2010
Onze kamer en badkamer zijn klein maar verzorgd. Minpuntje is echter wel een slechte matras. Zacht en hobbelig. Ik heb niet goed geslapen en ben een klein beetje geradbraakt. Het ontbijt is niet uitgebreid maar voldoende. Koen vind het echter spijtig dat het stokbrood in smalle stukjes is gesneden. Moeilijk om hier de sneden hesp en kaas bij te eten.
Vandaag willen we een deel van de Route du Champagne rijden en willen beginnen in Epernay. Er valt deze morgen een druilerige regen. De mensen van Zele hebben in de Champagnestreek een vaste stek om Champagne te kopen: Louis Casters in Damery. Dit ligt op onze weg naar Epernay en we lassen een bezoekje in.
Om 10u staan we reeds voor de deur. We worden er vriendelijk ontvangen door de vrouw des huizes, Angèle die ons in het Nederlands te woord staat. Zij is van Limburgse afkomst. Amper 10u en we hebben ons eerste glas champagne al vast. Een Cuvée Supé́rieure, een zeer fruitige wijn op basis van de pinot meunier-druif, geschikt als aperitief. Vervolgens krijgen we een glaasje Grand Réservé, uitsluitend op basis van de witte Chardonnaydruif. Onze voorkeur gaat uit naar de Cuvée Supérieure, waar we dan ook een doos van meenemen.
Met de regen nog steeds als gezelschap rijden we naar Epernay. Een beetje schuilen voor de regen en een paraplu kopen. Eens de paraplu is het natuurlijk gestopt met regenen. Gelukkig. Veel valt er in Epernay niet te beleven. Wat zeker indrukwekkend is, de Avenue De Champagne met het ene gerenommeerde champagnehuis naast het andere. Vanaf de Place de la République rustig naar het eerste kruispunt wandelen om meteen te beseffen hoe belangrijk de champagneproductie voor deze streek is. Rechts komt u meteen aan het grootste champagnehuis ter wereld: Moët & Chandon. De bedoeling was dit champagnehuis te bezoeken. Maar er wordt 14,50 EUR entree gevraagd en aangezien we al een kelder bezochten bewaren we dit bezoek tot de volgende keer.
We doen onze inkopen om onderweg te picknicken. Ook een flesje champagne willen we nog op te kop tikken. We beginnen aan de route du Champagne: Côte des Blancs, welke start op de Avenue de Champagne. We rijden via Chouilly naar Pierry waar de Chavot-Courcourtkerk uit de 12de eeuw een eiland vormt in een oceaan van wijngaarden. In Cuis hebben we een adres om Champagne te kopen. Het is echter pas 13:30 u en ze zijn gesloten. Dan maar verder zonder. Met het ene champagnehuis naast het andere kan het geen probeem zijn om ergens een flesje te kopen.
Kenners zijn we toch niet. Om 14u stoppen we dan bij het eerste champagnehuis dat we tegenkomen: Champagnehuis Lefevre-Vandendaele in Oger. We vragen of we een koel demi flesje champagne kunnen kopen. De mensen zijn zeer vriendelijk en vinden het zeer jammer dat ze geen koel flesje hebben. Samen met het flesje champagne geven ze ons 2 evianflessen gevuld met ijs mee om ons flesje champagne toch een beetje te koelen. Nu nog enkel een mooi uitzichtpunt vinden. En inderdaad tussen de wijngaarden vinden we een mooie point de vue en kunnen we al ons lekkers onder zelfs een zonnetje verorberen. Fantastisch!
Als we uiteindelijk bij de kathedraal aankomen, zijn we wel een beetje moe. We hebben vandaag toch alweer wat kilometers in de benen. Voorbij de kathedraal komen we in de mooie wijk Barrio Santa Cruz terecht. Het eerste het beste terras in de schaduw ploffen we ons neer en hier gaan we het eerste uur niet meer weg. De wijk Barrio Santa Cruz is een van de oudste wijken van Sevilla, een voormalige joodse buurt, later een typisch Sevillaanse volkswijk met een wirwar van steegjes en het wemelt er van de souvenirswinkels en tapasbars. In een van de vele tapasbars gaan we eten.
Een boottocht op de Marne willen we ook nog doen. De wijngaarden vanop het water bekijken. We vertrekken in Cumières en varen tot in Damery. Veel stelt het niet voor.
Daarna rijden we verder naar het iets hoger gelegen Hautvillers. Hier hebben we ook een adres om Champagne te proeven: G. Tribaut. Onderweg hebben we een panoramisch uitzicht over het Marnedal. Omdat Hautvillers op 250m hoogte ligt kun je zelfs verschillende dorpen zien liggen. Hautvillers is niet groot en algauw staan we voor de deur bij G. Tribaut. Samen met ons komt nog een andere Belg toe. Hij vraagt hoe we op dit adres zijn terecht gekomen. Toevallig of via iemand. Blijkbaar is dit één van de betere adressen waar je voor niet teveel geld toch goede kwaliteit champagne kunt kopen. We zijn zeer benieuwd. De ontvangst is vriendelijk en we krijgen direct een glaasje Cuvée de Réserve. Daarna kiezen we voor een Rosé de Réserve, gemaakt uit 80% Chardonnay en 20% Pinot Noir. Beide zijn zeer lekker.
Met een doos Rosé de Réserve in de koffer rijden we naar onze Chambre d’hôtes. Het is iets zonniger dan gisteren maar voor een duik in het zwembad is het mij toch te fris. Om 19:30u zijn we terug paraat in de veranda voor de apertief. Het eten is weer mooi gepresenteerd en zeer lekker. Het werd alweer een zeer geslaagde avond.
Woensdag 28 juli 2010
De tweede nacht op de zachte matras laat zich vandaag duidelijk voelen maar ondanks mijn rug heb ik toch van mijn verblijf genoten. Het is zeker voor herhaling vatbaar. Na het ontbijt laden we de wagen en vertrekken we richting België.
Het regent niet maar daar is ook alles mee gezegd. Hopelijk wordt het beter.
We rijden naar Charleville-Mézières. Om het verkeersinfarct van Reims te vermijden, rijden we via de D967 en D925 naar Rethel. We zijn blij dat we er zijn want onze benzine is bijna op en op die regionale wegen kom je niet teveel tankstations tegen.
Tegen de middag komen we aan in Charleville-Mézières. In 1966 werden Charleville en Mézières samengevoegd, maar ondanks dat koppelteken tussen hun namen wist elke stad haar eigen karakter te bewaren. In Charleville liggen de winkelstraten verspreid rond de stijlvolle place Ducale. Het oudere Mézières pronkt met zijn middeleewse stadswallen, die zich in een brede Maasmeander nestelen. De meanders van de Maas slingeren door beide stadsdelen.
We wandelen naar Place Ducale. In het midden staat een fontein en rond het plein loopt een bogengalerij in de vorm van een korfboog. Je vind er verschillende terrasjes. De zon schijnt zowaar dus installeren we ons voor een drankje.
Na het eten rijden we verder richting België. We volgen de Maas richting Monthermé. Dit mooie dorpje is vooral geliefd bij wandelaars en het omliggende reliëf biedt prachtige uitzichten.
Op de kaart zien we dat de Belgische grens niet meer ver af is en dat we ook niet zo ver van Dinant zijn. Dinant heeft ons altijd bevallen. We willen hier een laatste halte inlassen voor we naar huis rijden. Juist voor we er aankomen, worden we overvallen door een hevige stortbui. Maar niet getreurd, het is vrij warm en we gaan toch op zoek naar een terras. Een overdekt! 🙂
En zo is onze driedaagse voorbij. Het weer viel een beetje tegen maar de B&B was een aangename ervaring. We willen dit zeker nog eens doen. Maar niet volgende zomer want dan willen we toch iets verder.
De reisbrochures liggen al klaar!