VIETNAM
RONDREIS VIETNAM
15 juli 2012
Dit jaar maken we nog eens een rondreis. We zijn nog niet naar Azië geweest en al jaren staat Vietnam op ons verlanglijstje. We hebben gekozen voor een 22-daagse reis van Koning Aap door Vietnam en Cambodja. We beginnen in Hanoi op 16 juli en eindigen op 4 augustus in Siem Reap.
De hoogtepunten van Vietnam en Cambodja laten zich prima combineren in deze Vietnam en Cambodja rondreis van drie weken. De oude wijken van Hanoi en varen tussen de rotseilanden van de Halongbaai. De keizerlijke tombes in Hué, Japanse bruggetjes in Hoi An en talloze brommertjes en markten in Saigon. Diep door de Mekong-delta naar Phnom Penh en de tempels van Angkor Wat.
Het is een zeer mooie reisroute met een aangenaam tempo. Een mix van natuur, mensen, kunst en geschiedenis. Je merkt de veranderingen in bevolking, landschap…, als je van noord naar zuid trekt en reist zowel over land als over water.
Go east, en laat je verrassen door de wondere wereld van het oosten.
Zondag 15 juli – maandag 16 juli
Eindelijk is het dan zover. We verruilen ons dagelijks leven voor 3 weken Vietnam en Cambodja. Nieuwe culturen, prachtige heuvel- en berglandschappen, vriendelijke mensen en warmer weer. De valiezen geladen met een ganse reisapotheek, reisliteratuur, flesjes deet, de nodige kledij en niet te vergeten: fototoestel.
Het zal een lange dag worden want we hebben een heel traject voor de boeg. We vliegen met British Airways om 20u30 vanuit Brussel via Londen naar Bangkok. In Bangkok is het eventjes zoeken naar de balie van Vietnam Airlines om in te checken naar Hanoi. Onze bagage werd in Brussel al rechtstreeks naar Hanoi ingecheckt.
Op 16 juli om 20u55, perfect op tijd, komen we aan in Hanoi waar we worden opgewacht door Roel, onze reisleider. Het is er 5 uurtjes later dan bij ons. In de busrit naar het hotel trekken we onze ogen al open. De brommertjes, het getoeter, de warmte, het is overweldigend. Ons hotel, Boutique I hotel, ligt in de oude handelswijk niet ver van het Hoan-Kiemmeer. Het is een sfeervol gebied met vele winkeltjes en een druk verkeer van fietsers, brommers en cyclo’s. De nauwe straatjes zijn genoemd naar de producten die de handwerkslieden er maken: de Papierstraat, de Zijdestraat, de Schoenstraat enz. Na de formaliteiten en geldzaken willen we toch nog even buiten de sfeer opsnuiven. In het hotel wisselen we gauw wat dollars om in dongs. We zijn op slag miljonairs. Voor 100 dollar krijgen we 2.070.000 dong. Dat zal nog rekenen worden. 🙂
We willen niet te ver lopen om niet al direct te verdwalen in al die kleine straatjes. Het hoekje om en we zien al direct één van de typische straattaferelen. Piepkleine felgekleurde stoeltjes en tafeltjes op het terras. Het is meer een kinderformaat. Met onze lengte moeten we ons in bochten wringen om te kunnen zitten. Na een drankje zoeken we toch onze kamer op. We overschouwen nog even de dag en zijn nieuwsgierig naar de rest van onze reis.
Dinsdag 17 juli
Onze dag begint om 7:00 u vandaag. We zijn benieuwd naar het ontbijt. Het is vooral Aziatisch getint en dit zal gedurende de reis meestal zo zijn. Dit is eventjes wennen. Rijst en noedels ’s morgens is niet direct mijn ding. Wel er is altijd een eitje te krijgen en vers fruit zoals ananas, kleine bananen, watermeloen en dragon fruit.
Vandaag start eigenlijk echt onze reis. We zijn met een klein groepje van 8. Er staat een stadstour door Hanoi op het programma. We krijgen uitleg door onze plaatselijke gids Hoang. Hij is een beetje moeilijk te verstaan, hij spreekt niet alle letters uit. 🙂
We gaan te voet een paar straten door tot waar de bus ons opwacht. Het verkeer is chaotische, brommertjes, brommertjes en nog eens brommertjes. Met 2, 3 of 4 personen zitten ze erop. En ze vervoeren ook van alles op hun brommer. Er zijn 88 miljoen Vietnamezen en er zijn 30 miljoen brommertjes. Het is hun vervoermiddel bij uitstek. Een auto is voor de meeste te duur. Daarnaast heb je ook nog de vele cyclo’s. We krijgen instructies van onze gids om de straat over te steken. Voorzichtig beginnen te stappen, niet stilstaan en zeker niet terugkeren. De brommertjes weten wat ze moeten doen. 🙂 En als de brommertjes niet rijden, staan ze geparkeerd op het troittoir. Die staat vaak al volgestouwd met kraampjes en piepkleine terrasjes. Als voetganger ben je dus nog eens verplicht van op straat te lopen.
Een van de dingen die mij ook opvallen, naast de brommertjes natuurlijk, is de elektriciteit. Een paal met wat kastjes erop en daar lopen dan massa’s draden vandaan. Onvoorstelbaar dat alles marcheert.
Hanoi dus. Hanoi is de hoofdstad van Vietnam en ligt aan de oever van de Rode Rivier. Ondanks de hevige bombardementen tijdens de Vietnamoorlog zijn de meeste koloniale gebouwen gespaard gebleven. Eerst brengen we een bezoek aan het Ho Chi Minh Mausoleum omdat dit enkel in de voormiddag open is. Aangekomen bij het mausoleum merk je dat Ho Chi Minh een zeer belangrijk man is geweest voor zijn landgenoten. Het graf is een soort bedevaartsoord dat dagelijks veel bezoekers trekt. Ho zelf heeft dit nooit gewild, want hij wilde gecremeerd worden. Militairen houden de wacht en geven instructies aan de bezoekers hoe je moet lopen, met 2 naast elkaar. We moeten correct gekleed zijn: de benen bedekt en geen topjes.
Fotograferen binnen is verboden en we moeten tas en camera achterlaten bij Roel en Hoang. Binnen moet je stil zijn. We worden voortdurend begeleid door militairen. Op een platform in het hart van de kubus staat de glazen kist met het eenvoudig geklede, gebalsemde lichaam. Op de vier hoeken houden gewapende soldaten de wacht. Het is er ijskoud. Je loopt in een u vorm en mag niet blijven stilstaan.
In de botanische tuin achter het mausoleum ligt het presidentieel paleis. Het wordt nu gebruikt voor officiële ontvangsten en is niet voor bezoekers toegankelijk. Na zijn benoeming tot president weigerde Ho Chi Minh er te wonen. Naast het paleis, is de woning van Ho Chi Minh met de garage, alwaar hij heeft gewoond van 1954 tot 1958. De woning is sober gemeubileerd en uiteraard te bezichtigen. De auto’s die hij heeft gebruikt, staan nog in de garage. De laatste 11 jaar van zijn leven woonde hij in een houten paalwoning aan de overkant van de vijver.
Van het huis van Ho Chi Minh loopt een pad naar Chua Mot Cot, de Eenzuilige Pagode. De pagode werd in 1049 gebouwd en staat in het midden van een lotusvijver. In het heiligdom bevinden zich een altaartje en een beeld van de veelarmige godin van de genade.
Na een koffie pauze rijden we naar de Tempel van de Literatuur. De tempel werd in 1070 opgericht ter ere van Confusius en is gewijd aan wetenschap en literatuur. Hoewel de tempel verscheidene keren is gerestaureerd, bleef het oude ontwerp grotendeels intact. Het is een van de beste voorbeelden van de traditionele Vietnamese bouwkunst. Een bezoekje was dan ook de moeite waard. In de buurt van de tempel gaan we lunchen. Met stokjes eten! Hier zal nog veel oefening voor nodig zijn.
Na een uurtje rust rijden we naar het Hoan-Kiemmeer. Dit ligt midden in het centrum van Hanoi en is een oase van rust. Rond het meer loopt een wandelpad. Op de bankjes is het heerlijk uitrusten. ’s Ochtends vroeg doen de inwoners er hun oefeningen, tai chi of joggen. Het was ons een beetje te vroeg om te komen kijken. Op een eiland in het midden van het meer staat de 3 verdiepingen tellende Schildpadpagode, het herkenningsteken van Hanoi. Op een ander eilandje ligt de Ngoc-Sonpagode. Deze pagode kan je bereiken via een gebogen, roodgeverfde brug, The Huc.
Met een cyclo worden we terug naar het hotel gebracht. Een leuke ervaring. We zien onderweg ook verschillende mensen die een soort juk dragen. Hieraan hangen 2 manden; dikwijls gevuld met fruit. Soms echter liggen in de ene mand groenten en in de andere mand staat dan kookgerei zodat men een soep kan bereiden. Hier en daar zie je ze dan staan terwijl ze aan het koken zijn.
Om 16u30 zijn we terug in het hotel en we zijn blij dat we een verfrissende douche kunnen nemen. Gezweet dat we hebben
’s Avonds spreken we af om met de groep iets te gaan eten. We kuieren door de nauwe straatjes met de vele kleine winkeltjes en kiezen voor een restaurant met keuze uit zowel westerse als vietnamese gerechten. Daarna gaan we nog iets drinken op een pleintje naast het meer. We zitten er op de vierde verdieping en kunnen het verkeer op het pleintje gadeslagen onder het genot van een drankje. Zo zit onze eerste dag in Vietnam er op. We maken nog vlug onze rugzak klaar met kleren en toiletgerief voor 1 nacht. Onze valies blijft in het hotel terwijl we naar Halong Bay gaan. We komen immers terug naar dit hotel.
Woensdag 18 juli
Vandaag is er ook geen uitslapen bij want we vertrekken naar Halong Bay. Om 6u30 gaat de wekker. We krijgen bij het ontbijt van Roel te horen dat Liesbeth uit de groep ons gaat verlaten. Ze wil terug naar huis. En dat reeds naar 1 dag. Ongelooflijk. We zijn dus nu nog met 7.
De spits valt erg mee en de chauffeur kan goed doorrijden. Net buiten Hanoi zijn de wegen breed, vierbaans met middenberm. Hier en daar staan ze op de ‘pechstrook’ stokbrood te verkopen. Naar Ha Long Bay is het ongeveer 175 km. De highway nr. 1 gaat van Hanoi rechtstreeks tot de Chinese grens.
We houden een fotostop aan een rijstveld waar ze aan het werk zijn. Machines worden nog niet veel gebruikt. De mannen bewerken het land met houten ploegen , getrokken door buffels. Het inplanten is vrouwenwerk. In het noorden heeft men 2 oogsten, in het zuiden meer. Tussen de rijstvelden zien we ook graven. Ze mogen hun overledenen overal begraven. In de tuin, in de rijstvelden. Na ongeveer 100 km slaan we rechts af in de richting van Ha Long Bay.
Onderweg zien we nieuwe fabrieksterreinen en woningen in aanbouw. Veel kleine steenfabriekjes staan er in deze omgeving. We nemen een koffiepauze in een handwerkfabriekje/winkel. Het zijn hoofdzakelijk jonge vrouwen die er zitten te handwerken. Ze zijn allen mindervalide en krijgen daar ook kost en inwoon. Buiten worden er marmeren beeldhouwwerken gemaakt en verkocht. Rond 12u30 komen we dan aan in Halong Bay. In de haven is het druk maar we hoeven niet lang te wachten op onze boot. Het is een privéboot wat bijna altijd zo is. We zien daarna veel bootjes waar maar enkele mensen opzitten.
Naar Halong Bay heb ik enorm uitgezien. Halong Bay is een baai van 1500 km2 en is bezaaid met 3000 eilanden die loodrecht oprijzen uit het water van de Golf van Tonkin. De eilanden bestaan uit kalksteen en zijn begroeid met lage struiken. Het karstlandschap van Halong Bay maakt deel uit van een keten die doorloopt tot in Zuid-China. Halong Bay staat op de werelderfgoedlijst van Unesco en is heel pittoresk. Niettegenstaande dat er veel boten rondvaren is het er heel rustig. De boten zijn uitgerust met een hele zachte motor. Na een half uurtje varen komen we bij een grot die we bezoeken. Een stevige wandeling bergop voor we de grot bereiken. We zweten ons te pletter. Het is een imposante grot en is mooi verlicht. Onze gids wijst ons op de wonderlijke vormen van de stalagmieten die op mensen en dieren lijken. Allez met een beetje fantasie dan toch.:)
Terug aan boot wordt de lunch geserveerd. Het is een heerlijke lunch met springrolls, scampi en verse vis. We varen tussen de krijtrotsen door, zien vissers op hun drijvende huizen en kunnen een bezoekje brengen aan één van deze huizen. Boven op het dek genieten we van de omgeving. Halong Bay is zeer mooi en maakt mijn verwachtingen waar. Juist spijtig dat het niet een beetje zonniger is. We varen het gebied door naar Cat Ba Island waar we overnachten. Ik had eigenlijk nog langer willen genieten van Halong Bay door op een cruiseboot te overnachten.
De rit naar ons hotel in Cat Ba Town duurt ongeveer een half uurtje. De natuur onderweg is wel mooi. Daarvoor komen de meeste mensen ook naar het eiland; voor de natuur. Een deel van het eiland werd uitgeroepen tot nationaal park. Het dorp zelf ligt aan een mooie baai met tientallen vissersboten die een drijvend dorp vormen.
Om 16u45 komen we aan in ons hotel Holidays View Hotel. Het is een groot hotel en daar is ook alles mee gezegd. Na onze prachtige boottocht is dit echt een grote teleurstelling. Het enige leuke aan onze hotelkamer is dat we op de tiende verdieping zitten en een mooi uitzicht hebben op de baai. We lopen nog even over de boulevard maar deze is ook vies en vuil. We krijgen deze avond een diner aangeboden en hebben om 19u afgesproken in het restaurant. Lieve help wat is me dat. Beschimmelde muren, een drukte en uiteindelijk zal dit veruit het slechtste eten zijn dat we deze reis krijgen. Eigenlijk zelfs, hebben we altijd lekker gegeten, behalve hier. Om dit door te spoelen gaan we met zijn allen nog iets drinken. De boulevard ziet er ’s avonds aantrekkelijker uit dan overdag en er is ook ambiance. Op een gezellig terras drinken we nog iets. ’s Nachts word ik wakker van een kort maar heftig onweer. Goed om alle vuil weg te spoelen.
Donderdag 19 juli
Vandaag om 7u uit de veren. We proberen te gaan ontbijten. Ik zeg proberen want op de 2 liften was het een eeuwigheid wachten en als ze dan al stopten zaten ze vol met Aziaten. Ik weet niet welke nationaliteit: Vietnamees, Chinees, Thais, Koreaans…? In ieder geval hele drukke mensjes. Uiteindelijk nemen we de trap naar de 2de verdieping. Was het restaurant gisteravond erg nu is het pas echt een verschrikking. Pas 7u30 en al stampvol met schreeuwende, krioelende mensen. Meeste schalen leeg, bij de eitjes stond er 50 man te drummen. Koffie op. En zo kan ik nog even doorgaan. Zonder ontbijt vandaag. Terug naar de 10de verdieping om onze bagage te gaan halen gaat ook niet zonder slag of stoot. De liften komen niet af. Stonden we als eerste voor de lift, we worden gewoon weg gedrumd door de Aziaten. Als de lift stopt moeten we nog moeite doen om erin te geraken. Om met onze rugzak naar beneden te gaan, doen we zelfs geen moeite meer om de lift te nemen. Gewoon de trap naar beneden. Veel sneller 🙂 Gelukkig was dit maar voor 1 nacht.
De boot terug was deze keer een cruiseboot met ligzetels op het bovendek. Zalig. Het onweer van deze nacht heeft de wolken niet weggespoeld. Het is zwaarbewolkt. In de verte zien we nog bliksemschichten. Niettemin genieten we weer volop van Halong Bay. Na weer een lunch in de ‘beschutte werkplaats’ zijn we om 15u45 terug in Hanoi.
We checken opnieuw in en hebben nu een andere kamer. Het is wel in dezelfde stijl. Het is een mooi, sfeervol hotel. Eventjes ontspannen, een verfrissende douche en we zijn klaar om te gaan aperitieven. We installeren ons terug op het terras aan het Hoan-Kiemmeer. Zalig. Daarna gaan we eten in The Green Tangerine. Het restaurant is heel mooi ingericht, het eten mooi gepresenteerd en zeer lekker. Volgens Vietnamese normen niet goedkoop maar de moeite waard. Nog een terrasje en dan naar het hotel.
Vrijdag 20 juli
We hebben vandaag een vrije dag. Lekker uitslapen. Er was eventueel een excursie voorzien naar de parfumpagode. Dit nam een ganse dag in beslag. Omdat we deze avond met de nachttrein vertrekken, hebben we besloten de excursie niet mee te doen. Ook omdat we in Hanoi zelf nog niet veel hadden rondgewandeld. Achteraf heb ik er dan eigenlijk wel spijt van. Na het ontbijt de valiezen gepakt en uitgecheckt.
We gaan eerst naar de overdekte markt ‘Dong-Xuanmarkt’. De markt is gehuisvest in een gebouw van 3 verdiepingen met daaromheen ook nog stalletjes. Het zijn allemaal piepkleine winkeltjes die volgestouwd zitten. Men verkoopt er alles zoals textiel, gedroogde vis, paddestoelen en gekonfijte vruchten. Het is vandaag een zonnige dag zodat de temperaturen nog wat hoger liggen. Zweet, zweet, dit vraagt om een drankpauze.
We slenteren verder door de kleine straatjes en in de zijdestraat koop ik enkele zijden sjaaltjes. Verder tot aan de franse wijk. In deze wijk met brede lanen vind je naast de opera en het historisch museum ook de chiquere winkels.
In de buurt van het historisch museum loopt een lange straat die over enkele kilometers een mozaiekwand heeft. Heel mooi. Op een parkje naast de opera genieten we even. Op een terrasje verderop drinken we een biertje. Geserveerd met ijsblokjes! Niet te doen, de ijsblokjes vliegen rap tussen de struiken. Na een late lunch nog wat geslenterd tot we het lawaai, de drukte en de stank beu zijn. Om half 6 afspraak in het hotel. Onze trein naar Hue deze avond vertrekt om 19u. We hebben een slaapcoupé voor 4 personen in het ‘softsleeper’-gedeelte. Is wel proper maar ik ben toch wel blij dat ik mijn lakenzak bij heb. We delen de coupé met Stephan. Aangezien de plaats van Liesbeth is vrijgekomen krijgen we ander gezelschap. Benieuwd! Inderdaad een beetje later staat er een Vietnamees met een brede grijns in het deurgat te wijzen naar de slaapplaats boven mij. Slik, dit is toch effe wennen.
Overnachten op een slaaptrein is een aparte ervaring. Naast het ‘softsleeper’-gedeelte heb je ook het ‘hard-sleeper’-gedeelte, dit is voor 6 personen. Koen heeft gans de trein doorlopen. Voorbij onze slaapcoupé heb je dan een gedeelte met goede zetels, harde zetels en tenslotte houten banken. In de gangen liggen er dan ook nog eens te slapen. De moeite waard. Veel slapen doe ik niet daarvoor schommelt de trein veel te veel. Koen heeft wel gans de nacht goed geslapen. Onder de morgen verdwijnt onze Vietnamees, maar een half uurtje later wordt zijn plaats al in genomen door een andere Vietnamees. 🙂
Zaterdag 21 juli
Om 8u komen we aan in Hue onder een stralende blauwe hemel. Hué ligt in het midden van Vietnam en geen toerist kan hier omheen. In de stad zelf zijn de Citadel en de overblijfselen van de Keizerlijke en Verboden Purperen Stad te bezichtigen. Buiten Hué liggen enkele interessante pagoden en de magnifieke tomben van Nguyen-vorsten. Het is nog zo vroeg en al bloedheet. Dat zal zweten worden vandaag. We worden er opgewacht door onze gids voor het midden van Vietnam: Hung. Ons hotel ‘New Star Hotel‘ is niet ver weg. Onze kamer is echter nog niet gereed; pas om 12u. We hebben echter nog de mogelijkheid om te ontbijten. Het stelt ook hier niet veel voor.
Na het ontbijt gaan we eerst naar de markt. Onderweg komt Stephan ons vergezellen. De markt ligt op de linkeroever van de Parfumrivier, net buiten de muren van de citadel. We moeten hiervoor de brug over. Jongens is me dit heet. De mensen van de cyclo’s en de brommers dringen zich hier meer op dan in Hanoi. Waar ga je naartoe?, Van waar ben je? En maar proberen je een cyclo aan te smeren. Het marktgebouw, winkeltjes en kraampjes vormen een levendig geheel. In het overdekte gedeelte zijn we niet geweest enkel de kraampjes buiten.
Maar het is schitterend, heel authentiek. Om ons vochtverlies aan te vullen, houden we halt bij een klein terrasje. De vrouw is zeer vriendelijk en probeert ons wat koelte toe te wuiven. Ze brengt mij een ijsblokje om mijn gezicht en hals een beetje af te koelen. Super! We wandelen daarna terug naar het centrum. Veel is er niet te zien. Met die hitte is de enige optie: nog een terrasje. 🙂
Om 12u zijn we terug in het hotel maar de kamer is nog niet gereed. Rond 13u kunnen we dan naar onze kamer. Het is een mooie kamer. We bezorgen onze was aan de laundry service en installeren ons een paar uurtjes aan het zwembad. Iets anders is er vandaag niet te doen en het is er trouwens te heet voor.
In de late namiddag gaan we dan op zoek naar een gezellig terras en vinden er een op de oever van de Parfumrivier. Zalig zitten!
In een straatje niet ver van het hotel liggen veel restaurantjes en bars. Een heel gezellig straatje. We gaan iets eten in La Carambole. Dit restaurant wordt aanbevolen door Trotter. Het is er dan ook heel druk. Maar het eten is inderdaad wel heel lekker. Enig minpuntje: het is er verschrikkelijk warm binnen, ondanks de ventilatoren.
Zondag 22 juli
Vandaag hebben we een drukke dag voor de boeg. Om 8u30 komen ze ons halen. Onze gids Hung is er wel maar geen busje. Daar is iets verkeerds gelopen. Half uurtje wachten maar om 9u nog geen busje. Dan maar met de taxi. Roel had beloofd van mee te gaan maar krabbelt dan terug. Hij voelt zich niet goed. Enkele van onze groep zijn hier niet mee gediend. Ze vinden het niet verantwoord dat hij ons overlaat aan een gids die niet te vertrouwen is.
De tomben van de keizers van de Nguyen-dynastie liggen verspreid over heuvels ten zuiden van de stad. In totaal zijn er zeven tomben. Elke keizer ontwierp zijn eigen grafmonument en liet dat bouwen op een plaats de met de grootste zorgvuldigheid was uitgekozen. We rijden eerst naar de graftombe van Minh Mang. Dit is de grootste en indrukwekkendste. Alle gebouwen liggen in elkaars verlengde. Na de entree komt u op de Erehof met aan weerskanten stenen beelden van olifanten, paarden, griffioenen en mandarijnen.
De in strakke symmetrie geplaatste bouwwerken vormen een mooi contrast met de niet-symmetrische vijvers en tuinen die het complex omzoomen. Zeer mooi en rustgevend. We worden hier eigenlijk teveel opgejaagd door onze gids en hebben te weinig tijd om hier van genieten. Toppunt is dan dat we te vroeg zijn voor de boot en nog 20 minuten moeten wachten.
Daarna varen we met de drakenboot naar de overkant van de Parfumrivier. Hier worden we met de brommer naar de volgende tombe gebracht. Elk van ons achteraan op een brommer, heel leuk.
We bezoeken nu de tombe van Khai Dinh. Deze tombe vertoont grote verschillen met de andere grafmonumenten. Het bouwmateriaal bestaat niet uit baksteen, maar is van gewapend beton. Het geheel is gebouwd op de helling van een heuvel en er zijn veel trappen te beklimmen.
De eerste 3 trappen leiden naar een binnenplaats met 2 paviljoens. Van daaruit voeren treden naar de Erehof, met aan weerszijden stenen beelden van paarden, olifanten en mandarijnen. Op het hoogste niveau ligt het Thien-Dinhpaleis. Het bestaat uit 3 zalen.
De muren en de plafonds van de eerste zaal zijn bedekt met mozaïek van stukjes glas en porselein. Zeer mooi. In de tweede zaal bevindt zich het vergulde beeld van Khai Dinh en toont de keizer op ware grootte. Diep onder het platform ligt het stoffelijk overschot. De derde zaal is voor de verering van Khai Dinh. Na dit bezoek terug met de brommers. Ik vertrek als tweede maar wordt dan voorbijgestoken door Koen. Hij was in zijn element en had tegen de driver gezegd: faster, faster. 🙂 Hij glunderde.
Verder dan met de boot. We varen een heel stuk over de Parfumrivier en zien ondertussen hoe het dagelijkse leven zich hier op de rivier afspeelt. Op het water varen sampans tot de nok toe gevuld met zand, grind enz. Hoewel veel boten tegenwoordig over een motor beschikken, wordt een aanzienlijk aantal nog met de hand voortgeboomd. Dat gebeurt vaak door vrouwen. We varen nu naar de Thien-Mu-Pagode. Dit is één van de beroemdste pagoden van Vietnam. Dit boeddhistisch heiligdom, telt 7 verdiepingen en ligt op een heuvel pal aan de rivier.
Links staat een paviljoen met een reusachtige klok. Een poort met 3 ingangen leidt naar een tuin. Links en rechts achter de poort staan gebouwen met kleurrijke wachters. Tijd om te lunchen. Dit doen we in het centrum van Hué.
We hebben hierna nog maar 2 uurtjes om de Citadel en de Verboden Purperen Stad te bezoeken. We worden aan de ingang afgezet en kunnen dit op eigen tempo bezichtigen.
De Citadel bestaat uit 3 ommuurde vierkanten. De buitenmuren hebben een lengte van 10 km. Binnen de muren ligt de Keizerlijke Stad. De ommuurde ruimte binnen de Keizerlijke Stad is de Verboden Purperen Stad, met de privé-vertrekken van de keizer.
Voor de ingang zie je de vlaggentoren en de heilige kanonnen. De Ngo-Monpoort ligt recht tegenover de vlaggentoren en is de hoofdingang van de Keizerlijke Stad. Vanaf deze poort leidt een brug over de lotusvijvers naar de voorplein met twee terrassen op verschillende niveaus. Op dit plein, het zogenoemde Plein van de Grote Ceremoniën, kwamen mandarijnen uit alle delen van het rijk samen om de keizer eer te bewijzen. Hoe hoger je rang, hoe hoger je op de terrassen mocht plaatsnemen. De linkerkant was voor de burgerlijke mandarijnen en de rechterkant voor de militairen. Aan het plein ligt het Thai-Hoapaleis. In het paleis ontving de keizer buitenlandse afgezanten en andere hoge gasten.
Achter dit paleis begint de Verboden Purperen Stad. Hier bevonden zich de privé-vertrekken van de keizerlijke familie. Op het 9 ha grote terrein stonden oorspronkelijk meer dan 100 gebouwen. Het westelijk stadsdeel was gereserveerd voor de harems met de vrouwen en concubines van de keizer. In het oostelijk deel lagen de bibiotheek, het theater en de archieven. Hoe de Verboden Stad er vroeger moet hebben uitgezien, vraagt het nodige inlevingsvermogen. De gebouwen die er staan worden wel volop gerestaureerd.
We hebben een plannetje in onze reisgids maar kunnen ons niet oriënteren. Het plannetje stelt echter ook niet veel voor en is zeker niet correct. We zijn op zoek naar de bibiotheek maar kunnen hem niet vinden. Uiteindelijk vinden we een bouwval die afgesloten is omdat ze hem ook willen restaureren. Aan een bord kunnen we afleiden dat het de bibiotheek is. In mijn reisgids stond een mooie foto maar dit klopt dus niet meer.
Ondertussen hebben we wel enkele mooie gebouwen gezien maar weten echter niet wat ze voorstellen. We zijn uitgedroogd! Er is gelukkig een klein terrasje voorzien waar we een pintje drinken en ons voorzien van de nodige flesjes water. Om 16:45 u houden we het voor bekeken. Zoals de meeste bezienswaardigheden is dit ook maar tot 17 u open.
We zijn moe en wandelen terug naar ons hotel. Het is ongeveer 1 km. Na een verkwikkende douche en een rustpauze gaan we aperitieven en eten. Eten doen we opnieuw in La Carambole. We zijn rond 21:45 u terug op de kamer. Het was een leuke maar vermoeiende dag en bovendien een warme dag.
Maandag 23 juli
Opstaan vandaag om 7u. Vandaag vertrekken we naar Hoi an. We kunnen stipt om 8:30 u aanzetten. Na het debacle met onze gids Hung van gisteren hebben we nu een nieuwe: Thom. Hij is de beste gids die we tot nu hebben gehad. Hij spreekt voortreffelijk Engels en geeft veel informatie. Onderweg fotostop van een meer waarop enkele sampans liggen, daarna een koffiepauze aan een mooie lagune waar ze oesters kweken. Heel mooi. Thom vertelt over de huizen op het platteland. Ze zijn dikwijls laag maar met veel ramen. Hierdoor zouden ze meer energie krijgen doordat ze één zijn met de natuur.
Vanaf het vissersdorp Lang Co rijden we naar boven. Dit vissersdorp ligt op een zanderige landtong, met aan de ene kant een lagune en aan de andere kant kilometers zandstrand en de Zuid-Chinese Zee. Via een aantal haarspeldbochten, met spectaculaire vergezichten rijden we verder richting Hoi an via de Hai-Vanpas of de wolkenpas. De top van de pas is inderdaad vaak in nevelen gehuld. Maar vandaag hebben we geluk volgens Roel. We kunnen inderdaad aan beide kanten ver kijken. De ene kant kijk je uit over Danang en de andere kant heb je een prachtig uitzicht over de kust met haar stranden en dorpen.
We rijden verder naar Danang waar we het Cham-museum bezoeken. Dit is de grootste attractie van Danang. Het museum heeft de grootste verzameling Cham-beeldhouwkunst ter wereld. De collectie telt meer dan 300 beelden van zandsteen. De beelden dateren uit de 4de tot de 15de eeuw. De zalen dragen de naam van de vindplaats van de kunstvoorwerpen die er zijn te bezichtigen. In de My Sonzaal staan topstukken uit het tempelcomplex. Dit complex was in gebruik van de 4de tot de 13de eeuw. Na dit bezoek rijden we naar de Marmerbergen, 10 km ten zuiden van Danang. De Marmerbergen bestaan uit 5 heuvels. Ten tijde van de Vietnam-oorlog was het een schuilplaats voor de Viet Cong. De Marmerbergen worden ook wel de ‘bergen van de 5 elementen’ genoemd. Iedere heuvel vertegenwoordigt een element van de kosmos en is daarnaar vernoemd. De grootste en de bekendste is de Thuy Son, de waterberg. In de tijd van het Champa-rijk bevatten de grotten op de berg hindoeheiligdommen. Na de ondergang van dit rijk stichten de Vietnamezen in dezelfde grotten boeddhistische tempels. De huidige tempels dateren uit de 19de eeuw.
De Marmerbergen danken hun naam aan het witte, rode en groene marmer dat de heuvels voortbrengen. Marmerbewerkers uit het dorp Nom Nuoc aan de voet van de Thuy Son maken er kunstvoorwerpen en souvenirs van. Je vind er dan ook verschillende winkeltjes. Er gaan twee paden naar de top van de waterberg maar je kunt ook met de lift naar boven. Daar moet je wel voor betalen. Boven heb je een mooi uitzicht. Er zijn verschillende grotten met boeddhabeelden. De Huyen Khong is de spectaculairste grot. Helemaal naar boven ben ik niet mee geweest wegens te veel trappen en rugproblemen. Het was naar t schijnt wel de moeite.
Nog enkele kilometers rijden en we zijn in Hoi an. Het is ondertussen beginnen te regenen. Maar als de formaliteiten in het hotel zijn afgehandeld, de valiezen op de kamer zijn gezet is het zo goed als over. Ons hotel Pho Hoi Riverside ligt aan de rivier en vlak bij het centrum. Het heeft een zwembad en een mooie tuin. Het is oud maar heeft toch wel enige sfeer. We duiken de stad in op zoek naar wat eten, wat hier geen probleem is. Winkeltjes, restaurants en bars in overvloed. Samen met Stephan eten we een hele lekkere noedelsoep.
Hoi an is een sfeervol stadje aan de oever van de Thu-bonrivier. Het heeft een rijk handelsverleden waarvan de vele oude Chineze huizen en tempels getuigen. Bezoekers komen vooral voor het oude centrum aan de rivier. Deze schilderachtige wijk met smalle straatjes en lage huizen is net een openluchtmuseum.
Hoi an is ook een van de drukste kleermakerscentra van Vietnam. Tegen een kleine vergoeding kun je er uitstekende maatkledij laten maken. In korte tijd maken ze alles en dat volgens de laatste mode. Vooral zijden stoffen vinden gretig aftrek. Ik kijk mijn ogen uit als ik al die winkeltjes zie. Ik had dit ook wel willen doen maar daarvoor hebben we te weinig tijd. Een winkel kiezen, model kiezen, de stof kiezen, ik ken mijn eigen. Ik kan niet kiezen dus dit duurt uuuuuuren. 🙂
We hebben een multi ticket gekocht waarmee we 5 bezienswaardigheden kunnen bezoeken. Er zijn oa enkele koopmanshuizen die een bezoekje waard zijn.
De Japanse overdekte brug is ook één van de bezienswaardigheden. De 18 m lange Japanse brug is een van de weinige overdekte, houten boogbruggen die in Vietnam bewaard zijn gebleven. De brug is dikwijls gerestaureerd, maar het originele ontwerp is redelijk intact gebleven. De brede doorgang in het midden was bedoeld voor voetgangers en paarden, de smallere zijpaden voor handelaars. Aan de westkant van de brug staan prachtige oude huizen, waarvan de benedenverdieping is ingericht als souvenirwinkel. ’s Avonds nog wat door de leuke straatjes geslenterd, aperitiefje gedronken en lekker gegeten. De straatjes in de oude stad zijn overdag autovrij en ’s avonds tot 21 u ook brommervrij.
Dinsdag 24 juli
Ik ben al vroeg wakker want onze kamer ligt dicht bij de brug en de rivier en het is er al heel vroeg heel druk. We zijn benieuwd naar het ontbijt. Het restaurant ligt in de tuin met zicht op de rivier. Wel mooi. Het ontbijt is zoals de meeste, vrij aziatisch getint. Maar we mogen niet klagen.
Vandaag hebben we een uitstap naar My Son. We hebben dit samen met de groep geregeld. Het kost ons 10 dollar + entree van 60000 dong. Er werden door Koning Aap ook enkele excursies voorgesteld. Roel deed geen enkele moeite hier iets van te bespreken. We hebben een te kleine groep. Er stonden nochtans een paar fietstochten die we graag hadden gedaan.
De bus komt ons ophalen om 8:30 u. De bus zit helemaal vol. 1 uurtje rijden en we zijn in My Son. Je spreekt dit uit als mi son en het betekent ‘mooie berg’. My Son was het politieke en religieuze centrum van het Chamrijk dat van de vierde tot de dertiende eeuw de heerschappij voerde in Vietnam. Tijdens de oorlog gebruikte de Viet Cong My Son als basis. Om de vijand te verdrijven, bombardeerden de Amerikanen in 1968 de tempelstad met B-52 bommenwerpers. De verwoesting was enorm. Van de oorspronkelijke 70 bouwwerken bleven er slechts 20 min of meer gespaard. De tempels zijn door de archeologen in 10 groepen ingedeeld en van een letter voorzien. De belangrijkste tempelgroepen zijn B, C en D. De rest stelt echt niet veel voor. In 1999 is het heiligdom van My Son opgenomen op de werelderfgoed lijst van UNESCO. Het hoort tot het verleden van Vietnam en ik ben blij dat we het gezien hebben.
Hetgeen volgt is minder interessant. Een boottochtje, waarop we een kleine lunch geserveerd krijgen is nog leuk maar er is weinig te zien. We brengen dan een bezoekje aan een pottenbakkersdorp. Allei, bezoekje. We moeten 25000 dong betalen per persoon om het dorp in te mogen en uiteindelijk gaan we recht naar een winkeltje waar we een demonstratie krijgen. En dan volgt nog een tweede dorp: een dorp bekend om zijn houtbewerking. Deze bezoekjes waren totaal overbodig.
Om 15u zijn we dan terug in Hoi An. We hebben nu nog tijd om nog een paar koopmanshuizen te bezoeken. In het Hoi An Art Craft Manufactoring Workshop is er van 15:15 u tot 15:45 u een traditionele muziekshow. We hebben er nog eventjes kunnen van genieten.
Ik kan het toch niet laten van in de winkeltjes rond te kijken. In de buurt van het Tan-Ky-huis is een schoenwinkel waar ik een paar schoenen zie die mij aanstaan en wil ze wel kopen. Ze worden op maat gemaakt, dus moet het wel snel gebeuren want morgen tegen de middag vertrekken we. Ik waag het erop en ze nemen dan de maat van mijn voeten. Morgenvroeg om 9 u zullen ze klaar zijn. Ben benieuwd. Het huis van de familie Tan Ky is een van de mooiste en best bewaard gebleven koopmanshuizen uit de eerste helft van de 19de eeuw. De familie woont er nog, al zeven generaties, en je word er vriendelijk ontvangen in de salon.
Je krijgt dan een drankje en informatie over het huis. Ze proberen natuurlijk wel je van alles te verkopen. Na de informatie kun je vrij in de woning rondkijken. Hoi An wordt bijna jaarlijks getroffen door overstromingen, meestal in november. Ook in dit huis heeft het water al bijna 2 m hoog gestaan, recentelijk nog in 2011. We hebben voor deze avond gereserveerd in Morning Glory, een restaurant waar het lekker eten is. En dit is inderdaad ook zo. De dag is weer voorbij gevlogen en we sluiten hem af met een drankje op een terrasje.
Woensdag 25 juli
We kunnen uitslapen vandaag maar ben weer vroeg wakker door het getoeter van de brommertjes. Niet alleen de brommertjes maken mij wakker, ook een Vietnamese familie die om 6:15 u de boel op stelten zet. De geluidsisolatie in het hotel is maar povertjes.
Beetje na 9 u staan we in de winkel om mijn schoenen te passen. Ben benieuwd, maar helaas ze zijn te klein. Hoe kunnen die nu te klein zijn, ze hebben nochtans mijn voeten gemeten. Heb veel goesting om mijn voorschot terug te vragen. Eigenlijk hadden we toch te weinig tijd om dit deftig te doen. Maar ja, ze gingen ze aanpassen en ik mocht na 30′ terug komen. Half uurtje later staan we er terug. Ze passen wel iets beter. Toch benieuwd of ze goed gaan zitten en hoe lang ze zullen meegaan. Wie weet wat ze in dat half uurtje gedaan hebben.
We zijn op tijd terug in het hotel, ons eigenlijk een beetje opgejaagd voor niets want we hebben nog ruimschoots de tijd. We maken van deze tijd gebruik om in de bar onze kaartjes te schrijven. Om 11:15 u vertrekken we dan naar de luchthaven waar we om 13:30 u een vlucht hebben naar Ho Chi Minh-stad, het vroegere Saigon. Het is een uurtje vliegen. Naast ons zitten Nederlanders die we daarna nog verschillende keren tegenkomen. Ik denk dat eigenlijk de helft van de vlucht Nederlanders waren.
In Ho Chi Minh-Stad is het 33° en zonnig. Ho Chi Minh-Stad is de grootste en drukste stad van het land. Hier zijn de snelle veranderingen die de Vietnamese samenleving ondergaat het best waarneembaar. Het is eigenlijk een wereldstad en dat is een groot verschil met Hanoi. Overal schieten hoge gebouwen uit de grond. Trendy bars en winkels zijn volop in het straatbeeld aanwezig. We worden opgewacht door Viet, onze gids voor het zuiden van Vietnam. We krijgen een kleine Sight Seeing door de stad. Was het in Hanoi erg met het verkeer, hier is nog het erger.
Het is een heksenketel. Een onafzienbare stroom auto’s, fietsen, brommers en cyclo’s. Hoe geraak je hier de straat over. Hier en daar staat er iemand met een vlag om de brommertjes tegen te houden. Maar ja, dan rijden ze gewoon verder op het voetpad. Ongelooflijk. Als voetganger ben je hier nergens. Gelukkig heb je hier en daar een verkeerslicht. En op een groot rond punt heeft iemand van de verkeerspolitie ons later die namiddag begeleid. Ik denk dat we er anders nog stonden :-).
Nadat we in ons hotel ‘Family Inn‘ geïnstalleerd zijn hebben we nog 2 uurtjes voor het donker is. We gaan op stap richting Dong Khoi Street. We passeren de de Ben-Thanhmarkt. Deze drukke markt is grotendeel overdekt en is een bekend herkenningspunt in de stad. Maar geen markten voor ons vandaag. Het centrum wordt ‘District 1’ of ‘District Saigon’ genoemd en het hart van dat district is Dong Khoi Street, die loopt van de kathedraal naar de kade langs de Saigon Rivier. Aan en rond deze straat vind je hotels, winkels, restaurants en andere uitgaansgelegenheden.
Hier staan de mooiste koloniale gebouwen, zoals de Opera, het Hôtel de Ville (nu: Hal van het Volkscomité) en beroemde hotels als het Rex en het Continental. De Notre Dame-kathedraal werd aan het eind van de 19de eeuw gebouwd. Op het plein voor de kerk staat een standbeeld van de Maagd Maria en tegenover de kathedraal staat het prachtige postkantoor in koloniale stijl. Dit postkantoor is een fraai voorbeeld van de Franse architectuur aan het eind van de 19 de eeuw. Ten westen van de kathedraal ligt midden in een grote tuin het
Herenigingspaleis en dat is een veel moderner gebouw, uit 1966. Het was het presidentieel paleis van Zuid-Vietnam. Hier eindigde in 1975 de Vietnamoorlog toen een Noordvietnamese tank de poort ramde. Het is ondertussen bijna donker geworden maar het is ons toch gelukt om de belangrijkste bezienswaardigheden te zien, weliswaar zonder bezoek. We zoeken een terrasje wat we volop vinden maar meestal zijn het koffie- en theebars.
We gaan ’s avonds eten in het Hard Rock Café waar we natuurlijk een t shirt aanschaffen. Onderweg passeren we het postkantoor waar we nog even binnenlopen. Binnen valt het dak van ijzer en glas op, in de vorm van een halve cilinder. Tegen de achterwand is een groot portret van Ho Chi Minh aangebracht. Het is er heel mooi. We hebben spijtig genoeg geen tijd om er rond te lopen want het is juist sluitingstijd. Buiten is het gebouw ook heel mooi verlicht. Na het eten gaan we via de kathedraal terug naar het hotel. Aan de kathedraal is het vrij druk. Mensen zitten er te bidden en te zingen temidden van vele kaarsjes.
Donderdag 26 juli
Vandaag vroeg uit de veren want we gaan op bezoek naar de hemel en de hel. Eerst rijden we naar Tay Ninh, de vestigingsplaats van de heilige stoel van het Caodaöisme, een godsdienst die alleen in Vietnam voorkomt. Het is een unieke samensmelting van boeddhisme, taoïsme, confucianisme, christendom, islam, spiritisme en voorouderverering. Er is één god, Cao Dai. Mediums zorgen gedurende seances voor het contact met de god en de geestenwereld.
Er is een kerkelijke hiërarchie zoals in de rooms-katholieke kerk: een paus, kardinalen, bisschoppen, priesters. De kleur van de kleding vertegenwoordigt een van de 3 Chinese religies: geel staat voor boeddhisme, rood voor confuciasme en azuurblauw voor taoïsme. Novicen en leken dragen witte kleding. Ook de vorm van de hoed is verschillend. Op dit moment zijn er meer dan 2 miljoen volgelingen, vooral in Zuid-Vietnam. We bezoeken de kleurrijke tempel waar elke zes uur een dienst plaats vind.
Voor de tempel ligt een grote open vlakte. Boven de tempel prijkt het alziend oog, het symbool voor god en het caodïsme. Om de tempel binnen te gaan moeten we onze schoenen uitdoen. Het interieur van de tempel is zo mogelijk nog bonter dan de buitenkant. In het midden van de tempel mogen we niet stappen en daar wordt streng op toegezien.
Stilaan beginnen er mensen in het wit binnen te komen die knielen in het midden en beginnen te bidden. Daarna wachten ze achteraan in de tempel. We hebben instructies gekregen dat we die mensen eigenlijk niet mogen fotograferen. Wel tijdens de gebedsdienst. We mogen de dienst bekijken vanop het balkon.
Achteraan op het balkon bevinden zich de musici die een monotoom geluid produceren. Stipt om 12u beginnen ze. De priesters en leken komen de tempel binnen, de mannen rechts en de vrouwen links. Ze nemen plaats volgens de hiërarchie. Na zo’n 10 min hebben we het wel gezien. Terug de schoenen aan en naar de bus.
In het bos naast de tempel zien we enkele aapjes. Na de lunch rijden we dan naar de hel, de Cu Chi tunnels. Het is een mooie rit en we zien rijstvelden en rubberbomen. Op een bepaald moment begint het te regenen. Met bakken! Maar geen erg, we zitten toch in de bus en als we bij de tunnels aankomen schijnt alweer de zon. Dit ondergronds tunnelcomplex diende tijdens de Vietnamoorlog als schuilplaats voor de Viet Cong. De tunnels zijn nu een toeristische attractie. We krijgen een rondgang over het terrein. Viet vraagt ons op een gegeven moment binnen een straal van enkele meters een ingang op te sporen. Dat lukt niet en als hij wat bladeren verwijdert, wordt er een luik zichtbaar. Het is een piepklein gat, niet op onze gestalte gemaakt. We mogen dit zelf uitproberen.
We zien ook enkele booby-traps, zoals bv een klaprooster met scherpe bamboesperen. Ook een buitgemaakte Amerikaanse tank is er te zien. De meeste tunnels zijn ingestort, maar een klein deel is bewaard gebleven en voor publiek toegankelijk gemaakt. Koen is er in gegaan maar voor mij was dit te benauwend. Koen hield het na 20 meter ook voor bekeken. Je moet er op handen en voeten door kruipen.
Voor wie nog meer ‘oorlogservaring’ wil opdoen, is er de mogelijkheid om tegen betaling met een geweer te schieten. Koen, Stephan en Tom hebben deze kans niet laten voorbijgaan. Na dit bezoek rijden we terug naar Ho Chi Minh-stad waar we iets na 18 u aan het hotel aankomen.
Vrijdag 27 juli
We beginnen vandaag aan het laatste deel van Vietnam: de Mekongdelta. De Mekong ontspringt op de Tibetaanse hoogvlakte en stroomt door het hart van Zuidoost-Azië. Na het passeren van de Vietnamese grens splitst de rivier zich in negen armen die in de Zuid-Chinese Zee uitmonden. De Mekongdelta is bijzonder vlak en ligt slechts enkele meters boven zeeniveau.
Toch kent men hier niet echt overstromingen. Als de rivier in september haar hoogste stand bereikt, stroomt het water via een zijrivier naar het Tonlé-Sapmeer in Cambodja. Voor een verdere regulering zorgen de talloze kanalen die de armen van de rivier met elkaar verbinden tot een netwerk van waterwegen. De oppervlakte van de delta is 40 000 km2 en is één van de dichtstbevolkte streken van het land. Grote bezienswaardigheden heb je hier niet, maar de delta biedt wel de mogelijkheid het leven van de bevolking van dichtbij mee te maken. Door het vruchtbare slib van de Mekong kon het gebied ook uitgroeien tot een groot rijstveld. Het land is zelfs de op een na grootste rijstexporteur van de wereld, na Thailand.
De rit van Ho Chi Minh-stad naar de Mekongdelta duurde vroeger veel langer maar de wegen zijn de laatste jaren aanzienlijk verbeterd. Er is zelfs een stuk autostrade. Als we aankomen in de Mekongdelta hebben we eerst een boottocht. Dit is de beste manier om deze streek te verkennen. Het is indrukwekkend om te zien hoe de mensen hier leven; huizen die vlak langs het water of in het water gebouwd zijn. Je kunt het soms moeilijk nog huizen noemen. Hun dagelijkse leven speelt zich af, in en rond de Mekong. We stoppen bij een plaatselijk bedrijfje waar rijst verwerkt wordt. Er worden rijstkoekjes, rijstwijn, rijstwijn en snoepjes gemaakt. Onder het genot van een kopje thee kunnen we alle lekkernijen proeven en uiteraard ook kopen.
We varen verder en krijgen op de boot lekker plaatselijk fruit te eten. Een kokosnoot om te drinken krijgen we ook. We worden verwend. Na een aantal kanaaltjes te zijn doorgevaren meren we aan in Vinh Long waar we ergens lunchen. Op de menu staat er elephant ear fish vergezeld van groenten, rijst, noedels en andere lekkernijen.
Na de lunch varen we naar de overkant, de bus in en rijden naar het Kim Tho Hotel, ons hotel in Cantho. We hebben een mooie, moderne kamer. We wandelen nog even over de boulevard, langs een drukke markt en zoeken een terrasje en genieten van het uitzicht op de Mekong. ’s Avonds gaan we met enkele van onze groep eten op vraag van Roel, en we hebben lekker gegeten. Nog een drankje op een terrasje samen met Stephan en een mooie dag zit er al weer op.
Zaterdag 28 juli
We checken vandaag pas om 12 u uit en lopen deze voormiddag maar wat rond. Het is vrij zonnig en heet. Eigenlijk vinden we dit een beetje een verloren voormiddag. ’s Middags eten we met de groep en dan vertrekken we naar Chau Doc.
Gans de namiddag zitten we in de bus. Het was wel een mooie rit door de Mekong Delta. Het regent als we in de bus zitten. Om 16 u 40 komen we dan aan in Chau Doc. Ons hotel ligt in het hol van Pluto en stelt niet veel voor. We kunnen eventueel een taxi nemen naar het centrum maar dat doen we toch maar niet. In ons hotel zien we dan een binnenkoer met een terras waar we iets drinken. Later krijgen we het gezelschap van Tom en Caroline. Ook zij vinden dat er soms te weinig actie is. De laatste 2 dagen hebben we niet veel gedaan. De Mekongdelta heeft nochtans toch meer te bieden. Ik vind het jammer want het is een mooie streek. Onze reisleider is echter een beetje lui en houdt zich liever met zijn administratie bezig. ’s Avonds eten we in het hotel. En het moet gezegd, het eten was niet slecht.